Als marinier maakte Ingo Piepers van dichtbij oorlog mee. Nu voorspelt hij in een dik boek de komende wereldoorlog, door natuurkundige theorieën over chaos op de geschiedenis toe te passen.
2 december 2016, 9:22

Beeld Guus Dubbelman / de Volkskrant
Hij is, zegt Ingo Piepers terwijl hij zijn meer dan kloeke boek met een onbedoelde dreun op de Amsterdamse cafétafel legt, echt geen doemdenker. Heus niet. Maar als uit zijn berekeningen rolt dat rond het jaar 2020 de wereld een grote militaire crisis zal doormaken, dan is het zijn taak dat ook duidelijk te zeggen. ‘Beschouw het als een wake-upcall. We moeten echt begrijpen onder welke omstandigheden we manoeuvreren.’
Piepers, een tanige, rustig formulerende vijftiger, was in 1995 een tijdlang commandant van de Nederlandse onderdelen van de rapid reaction force van de NAVO in de Bosnische hoofdstad Sarajevo. Hij zag, vertelt hij, de oorlog van dichtbij. Rook hem. ‘Wat me het meest frappeerde waren de geblakerde gaten in de dorpen, gewoon zomaar een huis tussen de andere huizen, dat was platgebrand, en god weet wat er met de bewoners was gebeurd. Hoe kan het, dacht ik, dat je dat je buren aandoet? Wat gaat er dan precies in je om?’
Met dank aan de liefde woont hij tegenwoordig een groot deel van het jaar in Indonesië, waar hij op Java een toeristenhotel bestiert. Geen ingewikkelde klus, en dus heeft hij de tijd voor reflectie. Op de manier waarop Indonesiërs als geen ander de chaos weten te benutten. En om zijn proefschrift, tien jaar geleden verdedigd aan de Universiteit van Amsterdam, verder uit te werken.
Het resultaat is dat boek van die dreun op tafel. Een kleine achthonderd pagina’s dik en met een even woordspelige als onheilspellende titel: War/ning 2020. Ingo Piepers: ‘Na terugkeer uit Bosnië ben ik me gaan toeleggen op de vraag wat oorlog soms zo onvermijdelijk maakt dat goeie buren elkaar te lijf gaan. Dat resulteerde in de promotie over de dynamiek van de internationale politiek bij Bart Tromp. Waarin ik wel patronen ontwaarde, maar eigenlijk nog niet de kern te pakken had. Dat is nu wel zo.’

Op het omslag van zijn boek staat een geabstraheerde grafiek, alsof het over aardbevingen gaat. Maar wat de aanzwellende en weer wegstervende trillingen, afgewisseld met heftige pieken daartussen, beschrijven is geen rommelende en schokkende aarde, maar de historische oorlogszucht van de wereld. Piepers gebruikt theorieën uit de wiskunde en fysica over instabiliteit en chaos in netwerken om de wereldgeschiedenis te doorgronden.
Grondstof voor zijn analyses en berekeningen is een bestaande database van conflicten, honderden van klein tot groot, tussen 1495 en 1975, aangevuld met recenter eigen materiaal. Het basisidee is dat de internationale politiek een samenhangend systeem is, dat spanningen opbouwt die door gewapende conflicten worden ontladen.
‘Ik zoek in de database naar patronen, maar op een andere manier dan historici dat doorgaans doen. Die denken in eeuwen en meten de ernst van conflicten af aan de aantallen slachtoffers. Dat kan natuurlijk, maar mijn stelling is dat je er niet mee doorgrondt wat er werkelijk gaande is.’ Volgens Piepers is het aantal betrokken staten een veel betere maat voor de ernst van een conflict. En de tijdschalen zijn die van het systeem zelf, zoals dat slingert en soms haast zomaar lijkt te exploderen in wereldwijde oorlogen.
De systematiek die Piepers ontdekte, heeft een griezelig soort logica, voor wie het eenmaal ziet. Na een groot conflict zijn de kaarten van de macht geschud, en zullen nieuwe conflicten aanvankelijk diplomatiek of met beperkt geweld worden opgelost, tussen een paar staten. Gaandeweg groeit het netwerk dat nodig is om conflicten op te lossen. Tot er een moment komt dat vechten echt geen optie meer is, omdat dat voluit oorlog in het hele netwerk zou betekenen.
Dat, zegt Piepers, is een omslagpunt, waar staten en problemen meer en meer met elkaar verweven raken. Na zo’n tipping point neemt de spanning in het systeem niet af, maar nog verder toe, ook omdat conflicten en onderwerpen verweven raken.
En zonder voldoende nieuwe ontladingen bouwt het systeem meer en meer energie op. Piepers: ‘In trillende systemen kom je dan uit op een fase-overgang, zoals water bij het kookpunt in gas overgaat. Dat zet de opgebouwde energie vrij en geeft een nieuwe ordening. Wereldoorlogen zijn zulke faseovergangen. De bom barst, letterlijk. Dat zijn de overgangen naar een nieuwe orde.’ Extra complicatie: door de steeds sterkere internationale verwevenheid worden de tussenpozen tussen uitbarstingen steeds korter en de uitbarstingen heftiger.
De wereldgeschiedenis als een fysisch verschijnsel: het klinkt als simplisme, beseft Piepers maar al te goed. Maar de patronen zijn er, de dynamiek lijkt duidelijk. ‘Er schuilt een ongemakkelijk soort onvermijdelijkheid in dit soort patronen, waarvan ook ik ongerust word. Vooral omdat volgens mijn definities we sinds de Tweede Wereldoorlog inmiddels het volgende tipping point zijn gepasseerd. Er is grote verwevenheid van conflicten, Oekraïne, Brexit, de EU, het Midden-Oosten staat in brand, vluchtelingen, Trump president. Er is een sfeer van het zoeken naar radicale oplossingen, die het systeem laadt.’

Iraakse soldaten in gevecht met strijders van Islamitische Staat.
Beeld anp
Tot, als hij het systeem inderdaad goed doorziet, een eerste uitbarsting binnen een jaar of vier, het jaar 2020 van zijn boektitel. En daarna, als we dan nog leven tenminste, tot 2150 nog eens drie keer een systeemoorlog, zoals Piepers ze noemt. Inderdaad: hij zou er het liefst faliekant mee miszitten.
Wat hem rest, is waarschuwen, liefst tot op VN-niveau toe. Zijn boek is gratis te downloaden. En als hij de kans krijgt met Poetin te spreken, of Trump, zal hij het niet laten. Er ligt een boek voor ze klaar. Dat de eerstvolgende grote crisis van 2020 tegen het einde van de regeerperiode van Trump in de VS valt, overigens is toeval, zegt hij. ‘Ik had weliswaar Trump als een soort lekker griezelige Terror Clown wel voorspeld. Maar zelfs hij zal onderworpen zijn aan het steeds heftiger opslingerende systeem. De precieze poppetjes doen er niet zoveel toe. Helaas.’