NRC Handelsblad, 14 januari 2002
Vanuit militair, politiek en economisch oogpunt is er geen enkele reden om snel een beslissing te nemen over de vervanging van de F-16. Uitstel levert ook de mogelijkheid voor een Europese oplossing te kiezen, meent Ingo Piepers.
Doorslaggevend bij het besluit over de vraag welk toestel de F-16 moet vervangen moeten natuurlijk militaire overwegingen zijn. Maar ook politieke en economische criteria mogen niet veronachtzaamd worden.
Door de aanslagen op het WTC in New York op 11 september vorig jaar vindt momenteel een fundamentele herordening plaats van de internationale betrekkingen en de rechtsorde. Een andere dreiging is manifest geworden: de dreiging van terreur. De exacte verschijningsvormen van deze dreiging zijn echter nog niet helder, de contouren wel: willekeurig gebruik van geweldsmiddelen, zowel conventioneel, nucleair, biologisch als chemisch of terreur door de inzet van veilig geachte transportmiddelen als dodelijk projectiel.
De dreiging van terreur is wereldwijd en lijkt bovendien te werken als katalysator van regionale spanningen en conflicten. `Oude’ conflicten worden opnieuw gedefinieerd en strijdende partijen ontlenen rechtvaardiging van hun eigen optreden aan het etiket `terreur’ dat de vijand wordt opgeplakt.
Aangezien we ons in een overgangsfase bevinden en de dreiging nog niet nauwkeurig kan worden gekwalificeerd en gekwantificeerd, is het niet mogelijk de gewenste competenties en mogelijkheden van de toekomstige Nederlandse krijgsmacht vast te stellen. Vanuit militaire optiek is besluitvorming over vervanging van de F-16 nu dan ook niet opportuun, integendeel. Gelet op het tijdstip van technische veroudering van de F-16 is besluitvorming over deze vraag op z’n vroegst pas in 2007 aan de orde. Bovendien zullen in 2007 andere interessante alternatieven voor vervanging beschikbaar zijn: de Eurofighter en de Rafale, trouwens ook in 2007 kan nog voor de JSF worden gekozen.
Uitstel levert verder de mogelijkheid op te zijner tijd voor een Europese oplossing te kiezen. Deze optie moeten zeker worden opengehouden. Door de keuze voor een Europese opvolger wordt namelijk de militair-industriële basis van Europa versterkt, en wordt de solidariteit in Europa bevorderd. Dat is belangrijk: onze toekomst is Europa.
Ook als andere Europese landen voor een Europese oplossing kiezen, hetgeen zeer waarschijnlijk is, dan is dat een factor die van invloed moet zijn op onze beslissing: de militaire samenwerkingsmogelijkheden en effectiviteit worden namelijk bevorderd indien de luchtstrijdkrachten van de Europese landen over hetzelfde type vliegtuig beschikken: `interoperabiliteit’ en flexibiliteit worden dan vergroot doordat bijvoorbeeld de noodzakelijke logistieke ondersteuning in een Europees militair samenwerkingsverband kan worden vereenvoudigd. Een dergelijk samenwerkingsverband is een kwestie van tijd.
De indruk wordt nu gewekt dat het economische overwegingen zijn die ons `dwingen’ op zeer korte termijn te beslissen: de compensatieorders die de VS de Nederlandse industrie in het vooruitzicht stellen.
Ook op deze redenatie valt nogal wat af te dingen. Wat stellen deze compensatieorders eigenlijk voor? Wat was de netto-opbrengst van soortgelijke toezeggingen in het verleden?
Het viel altijd tegen. Hoe wordt de omvang van dergelijke compensatieorders eigenlijk vastgesteld, gezien het feit dat de omvang van de VS-order zelf nog onzeker is? Tenslotte beraadt ook de VS zich momenteel op de gewenste samenstelling van haar toekomstige militaire potentieel en maakt daarom een pas op de plaats.
Daarbovenop komen dan nog de financiële risico’s, verbonden aan deelname aan de ontwikkelfase van de JSF. We weten niet wat het gaat kosten – zoals gebruikelijk bij dit soort projecten waarschijnlijk meer dan ingeschat. En stel dat de compensatieorders in geval van een Europese keuze te zijner tijd veel aantrekkelijker zijn? Ook vanuit economisch perspectief is deelname aan het JSF-project niet wenselijk, al het gelobby ten spijt.
Het moge duidelijk zijn: nu een besluit nemen op basis van onvolledige informatie is zowel vanuit militair, politiek als economisch perspectief onverstandig. Tevens wordt door uitstel de optie opengehouden om de Europese samenwerking, zowel in politieke, economische als militaire zin een krachtige impuls te geven.
Drs. I. Piepers is majoor der mariniers b.d.