Nooit gedacht dat ik nog voordelen van kernwapens zou zien

Nooit gedacht dat ik nog voordelen van kernwapens zou zien

Column van Art Rooijakkers in het Parool, 9 februari 2020

De tweeling Puk en Keesje, geboren in 2017, zijn kinderen van de 21ste eeuw. Wat houdt dat in en hoe ziet hun leven er straks uit? Vader Art Rooijakkers gaat op onderzoek uit. Vandaag: zullen ze een oorlog meemaken?

We zijn dit jaar 75 jaar vrij. Of zoals het Nationaal Comité 4 en 5 mei op zijn site schrijft: ‘We vieren dat we sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog weer in vrijheid leven, in het besef dat we samen verantwoordelijk zijn om vrijheid door te ­geven.’ Die verantwoordelijkheid wil ik best ­nemen, als vader van een grieperige tweeling ben ik de flauwste niet. Althans, dat dacht ik.

Tot ik onlangs las over de onheilspellende ­studie van Ingo Piepers. Door patronen in de wereldgeschiedenis en natuurkundige theorieën over chaos te combineren durft de oud-marinier de voorspelling aan dat in 2020 een wereldwijde ‘systeemoorlog’ uitbreekt. En nu zit ik met de angstaanjagende vraag of mijn dochters echt een oorlog gaan meemaken?

Eerst maar eens bellen met de bron. Simpel gezegd is Piepers stelling dat gewapende conflicten onvermijdelijk zijn om opgebouwde geopolitieke spanningen te ontladen. “Dit systeem heeft een autonome dynamiek. We hebben er geen grip op; dus hoe kunnen we verwachten dat ons globale systeem zich deze keer kan reorganiseren zonder geweld, terwijl dit in het verleden nooit is gebeurd?”

De oud-marinier die in 1995 in Sarajevo zag ‘hoe de knop om kan gaan en buren elkaar plots naar het leven staan’, noemt Oekraïne, brexit, het Midden-Oosten en de wedloop tussen China en de VS als mogelijke triggers en gaat moeiteloos door met klimaatverandering en de explosieve bevolkingsgroei in de komende eeuw als aanjager van oorlogen. Een vader zou van minder grijze haren krijgen. “Ik word er ook onrustig van omdat ik denk dat we in Nederland niet ontkomen aan de gevolgen van een globale oorlog. Stel dat het escaleert, liggen de schappen in de supermarkt dan nog vol? En zo niet, gaan we dan niet vechten om onze boterham? Het is niet zozeer de vraag of Russische tanks de Dam oprijden, maar wel of we als Nederlanders op een normale manier met elkaar omgaan als de spanningen oplopen.”

De vraag stellen is hem beantwoorden.

Op zoek naar geruststelling bel ik met Johan van der Dennen, senior-onderzoeker aan de Rijksuniversiteit Groningen, maar krijg vrijwel direct de deksel op mijn neus. “Ik heb al vijftig jaar de gelegenheid om hierover na te denken. Wat mij treft, is dat wij als mensheid heel goed zijn in technologische vooruitgang maar amper verder zijn gekomen in ethisch-morele vooruitgang. We leren wel, maar mondjesmaat.”

Mijn schouders zakken nog wat dieper. Gedesillusioneerd verzucht ik dat het lijkt alsof we niets anders kunnen doen dan wachten op de klap. “De naoorlogse generatie in West-Europa is de uitzondering op de regel. Vrijwel alle generaties voor hen hebben van dichtbij een oorlog meegemaakt. En als je kijkt naar wat er gaande is in de wereld, is het eigenlijk een wonder dat er nog zoveel vrede is, dat het niet méér brandt.” Gevraagd naar een verklaring, is de polemoloog gedecideerd. “Ik denk dat de angst dat een conventionele oorlog kan escaleren in een atoomoorlog, een grote factor is. Want als dat gebeurt, is dat de punt achter ons verhaal.”

Nooit gedacht dat ik ooit nog voordelen in kernwapens zou zien, bedenk ik, terwijl mijn dochters de slaap der onschuldigen slapen. Ze hebben allebei koorts. Net als de wereld.

Voor deze rubriek werkt Art Rooijakkers ­samen met studenten (Condor) van de Fontys Hogeschool Journalistiek in Tilburg.